Recensie door Hans van Velzen in de Steenwijker Courant van 3 april 2025
Spacecowboys: ‘we willen vooral imponeren’

Esther Didden interviewde de Spacecowboys Albert Dedden en Paul de Keizer. Foto: Hans van Velzen
Aan hun werkplaats zal het niet liggen. Groot, transparant, zelf ontworpen en gebouwd met een prachtig uitzicht op de IJssel. Spacecowboys Albert Dedden en Paul de Keizer hebben het goed voor elkaar. Het duo levert het levende bewijs dat intens samenwerken door kunstenaars heel goed mogelijk is. Zelfs al meer dan 30 jaar. „1 en 1 kan nog veel meer zijn dan 3,” aldus Esther Didden, kunstenaar en filosoof, die de beide kunstenaars interviewde.
Woensdagavond was het de laatste aflevering in de reeks 2024 – 2025 van VORK Kunstlezingen in De Meenthe. Het werd een prachtige afsluiting van het seizoen. Verhelderend door de boeiende kunstenaars, en stimulerend door de groeiende publieke belangstelling. „Al kan het natuurlijk altijd nog beter,” aldus organisator Niko van der Klugt.
Hoe anders
Normaliter staan in de reeks de werken van een kunstenaar centraal. Nu was het onderwerp breder. De twee spraken uiteraard over hun beelden, die staan op allerlei Nederlandse pleinen, in parken en op gebouwen. Maar nu kwamen ook de problemen aan de orde rond procedures en van jonge kunstenaars voor wie het bijna onmogelijk is nog opdrachten binnen te slepen. Albert: „Opdrachtgevers kiezen vaak voor gevestigde namen. Er is minder lef. Toen wij begonnen, in de jaren ’80 en ’90 was het kunstklimaat veel beter. Er was geld voor cultuur en politieke durf. Zo kregen we van een wethouder te horen dat we tien plekken in Deventer mochten opluisteren onze kunst. Zijn enige vraag: ‘Wat hebben jullie daarvoor nodig?’ Hoe anders is het nu?” „En dan spelen ook de (sociale) media nogal eens een kwalijke rol bij discussies over plannen om een kunstwerk te plaatsen,” vult Paul aan.
Jachtvliegtuigen
Ze vertellen met enige weemoed over hun eerste grote opdracht. Naar eigen goeddunken mochten ze een kunstwerk maken in de Deventer Bergkerk. Geld leek geen rol te spelen. „Ja, de hele kerk mochten we gebruiken.” Ze construeerden twee legendarische gevechtsvliegtuigen, een Duitse Junkers Ju 88 en een Engelse Hurricane als uit een bouwdoos. Beide types werden tijdens de Slag om Engeland ingezet. Het werden geen waarheidsgetrouwe modellen. Alle Engelse en Duitse onderdelen husselden Albert en Paul door elkaar en zo ontstonden twee nieuwe toestellen die gezamenlijk in de kerk symbolisch naar het licht ‘vlogen’. “Ons doel was spelen, helemaal losgaan, als echte cowboys die vooral wilden imponeren.”
Slavernijmonument
Nog altijd willen ze met hun werken indruk maken en het liefst in de openbare ruimte. Esther: „Wat daar aantrekkelijk aan?” Paul: „De grootsheid, beelden die 24 uur per dag gratis te zien zijn en uiteindelijk het gegeven dat ze van iedereen zijn.” De openbare ruimte is geen gemakkelijk podium. „Je moet luisteren naar de plek, naar de gebruikers, de opdrachtgever en noem alle belanghebbenden maar op. De plek is van iedereen en iedereen vindt er tegenwoordig iets van. Het is echt een vak alle hobbels te nemen.” Een geweldig voorbeeld hoe het goed kan gaan, vinden de Spacecowboys hun slavernijmonument in Tilburg (2022). Het is tot stand gekomen in samenspraak met de nazaten van slaafgemaakten uit Suriname en de Antillen. „Hoewel wij oudere, witte mannen zijn, kregen wij de opdracht mede dankzij de stemmen die de bevolking online mocht uitbrengen. Het ging ook niet om ons, maar om ons ontwerp, krachtig, dat niet alleen de gevangenschap en het lijden verbeeldt, maar ook de hoop en de toekomst.” Een geheel ander voorbeeld uit hun rijke oeuvre is een zwevende, transparante olifant. Het werk heet Wish I could lift you up en hangt helemaal boven in een hoge ruimte waar patiënten wachten op hun bestraling. Een patiënt mailde de kunstenaars: „Ik was daar, wat voelde ik me enorm getroost”. Of de iconische beelden op een stationsplein in Duiven: een leeuw en een hert. „Het plein is geen lege ruimte meer, de beelden geven een gevoel van veiligheid, troost en richting”. Ook dat is de relevantie van kunst op straat. Zoals VORK-huisdichter Theo van der Bles verwoordde:
Geef ons de ruimte
En koester de kunst
In ons aller belang.

Het slavernijmonument in Tilburg. De gebroken schakel met een meisje dat zelfbewust de toekomst inkijkt. Foto: Hans van Velzen

‘Mama ik zie een leeuw’ op het Stationsplein in Duiven. Foto: Hans van Velzen
